30 juni 2010

Lonnie Donegan - Showcase (1956)


Het was niet de heupwiegende tieneridool Elvis Presley die halverwege de jaren '50 als eerste de Engelse muziekindustrie wakker schudde, maar een Schotse jazzinstrumentalist die al zeer snel bekend zou worden als de King of Skiffle. Deze Lonnie Donegan was al vanaf de vroegere jaren '50 actief in diverse jazzbands waarvan de Chris Barber's Jazz Band de meeste bekende was. Ten tijde van zijn lidmaatschap van de Ken Colyer's Jazzmen speelde Donegan samen met bandleden Ken Colyer en Chris Barber tijdens optredens "skiffle-breaks". Deze skiffle-breaks waren een idee van Ken Colyer's broer Bill en sloegen direct aan bij het publiek. Het duurde dan ook niet lang voordat Donegan zich compleet toelegde op het skiffle-werk en in 1955 een enorme hit scoorde met "Rock Island Line".

"Showcase" is het debuutalbum van Donegan als solo-artiest. Het album bevat covers van onder andere bluesgrootheden als Leadbelly ("I'm Alabammy Bound") en Leroy Carr ("How Long, How Long Blues") en countrylegende A.P. Carter ("Wabash Cannonball"). Donegan's karakteristieke folkblues stem doet bij tijd en wijle een zwarte blues shouter vermoeden en niet een blanke skiffle-speler uit Glasgow. In "Alabammy Bound" en de traditional "I Shall Not Be Moved" wordt zijn tenorstem perfect aangevuld door de basstem van gitarist Denny Wright. Tot 1962 was Donegan immens populair in het Verenigd Koninkrijk, maar door de opkomst van The Beatles en andere beatgroepen raakte hij al snel op de achtergrond.

0 berichten: