21 december 2011

Piñataland - Hymns for the Dreadful Night (2011)


Piñataland is geen alledaagse band. Zo hebben ze de vreemde gewoonte om obscure historische gebeurtenissen in hun teksten te verweven. Ook qua instrumentatie zijn de composities opvallend. De muziek verschuift van rock naar klezmer, van folk naar blues en van pop naar celtic, en dat soms meerdere malen binnen hetzelfde nummer. Bij tijd en wijle heeft de band veel weg van The Great Lakes Myth Society van de broers Monger, die ook een allegaar aan stijlen en instrumenten gebruiken in hun muziek.

De band is het geesteskind van songwriters Doug Stone en David Wechsler uit respectievelijk Brooklyn en Chicago. Op dit album wordt het tweetal bijgestaan door een keur aan gastmuzikanten. Zangeres Robin Aigner, drummer Bill Gerstel, violiste Deni Bonet, pedal steelspeler Gerald Menke en multi-instrumentalist en producer Ross Bonadonna. Dit geheel zorgt voor een bijna orkestrale muziekbelevenis. Tubaspelers Dave Hofstra en Dan Nosheny zorgen nog voor extra ondersteuning bij de Laurie Anderson-cover “Hiawatha”.

Zoals eerder genoemd staan de teksten van Stone en Wechsler vol met historische verwijzingen. Het album opent met een ouverture, het titelnummer “The Dreadful Night”. Een ode aan het pre-elektrische tijdperk toen mensen nog echt bang waren voor het donker. De muziek komt daarna direct tot een apotheose bij “Island of Godless Men”. Hier wordt het verhaal verteld van Jasper Danckarts, een Zeeuwse kuiper, die 1679 en 1680 samen met zijn vriend Pieter Sluiter een reis ondernam naar Amerika om daar de kolonie der Labadisten te stichten. Eenmaal in Brooklyn aangekomen schreef hij in zijn reisverslag over de goddeloosheid van de rokende en drinkende populatie aldaar. Verderop in het album komen nog veel meer historische figuren voorbij. Waaronder de Amerikaanse filosoof Thomas Paine (“An American Man”), de Amerikaanse koopman Silas Deane (“The Death of Silas Deane”) en de Franse filosofe Simone Weil (“Hungry Angel”). Het album eindigt met “Border Guard” waarin fraai verwoord wordt dat het onmogelijk is om je voorbereiden op de nieuwe dag en “Cemetery Mink” (letterlijk begraafplaatsnerts) met gesproken intro van jazzcriticus Stanley Crouch.

Dit album is een muzikale soms bombastische, soms verfijnde mix tussen The Decemberists, The Pogues en Gogol Bordello dat word bijeengehouden door een divers palet van historische gebeurtenissen. Direct bij de eerste luisterbeurt heeft het mijn aandacht weten te trekken en bij elke nieuwe luisterbeurt hoor ik weer nieuwe en verfrissende melodieën. Absoluut een band om in de gaten te houden.

Het album is te beluisteren en te bestellen via Bandcamp.


0 berichten: